Vertrouwen sijpelt langzaam
weg uit de branche
CONJUNCTUUR
Het optimisme in de bouwbranche sijpelt weg. Na jarenlang alleen maar met stijgende cijfers te worden geconfronteerd, is het gedaan met de oververhitting, zo lijkt het. Bij de installatiebranche is de orderportefeuille het snelst gedaald in de keten.
Dit blijkt uit de Monitor Bouwketen najaar 2022 die is opgesteld door het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in opdracht van de Branchevereniging Nederlandse Architectenbureaus, Bouwend Nederland, Koninklijke NLingenieurs en Techniek Nederland.
In alle schakels ervaren bedrijven in de bouwketen problemen vanwege prijsstijgingen en leveringsproblemen. Brandstof- en energiekosten zorgen voor extra kostenstijgingen. Algemeen gebruikte en specialistische bouwmaterialen zijn net als (componenten van) installaties schaars, waardoor problemen in de ontwerpfase, projectvoorbereiding en -uitvoering ontstaan. De leveringsproblemen en kostenstijgingen leiden onder meer tot aanpassen van het materiaalgebruik, uitstellen van projecten en toevoegen van aanvullende voorwaarden aan offertes en contracten.
Minder positief
Hierdoor zijn ondernemers in de hele keten van de bouw minder positief over de ontwikkeling van de werkgelegenheid dan een half jaar geleden. In het voorjaar verwachtte nog 41 procent van de ondernemers mensen aan te nemen, nu is dit nog ongeveer 35 procent. De installatiebranche is een uitzondering. Daar verwacht nog altijd drie kwart van de ondernemers meer mensen aan te nemen.
Volgens het onderzoek is de orderportefeuille van installatiebedrijven met twee maanden het hardst gedaald en komt nu uit op 10,5 maanden. Desondanks verwacht per saldo 45 procent van de installatiebedrijven een hogere omzet in het vierde kwartaal (die is inmiddels afgerond, maar de cijfers zijn nog niet verwerkt-red.). De verwachting over het personeelsbestand is stabiel, net als in de voorjaarsmeting verwacht 70 procent van de installatiebedrijven meer personeel aan te nemen.