De bouw van het Stadhuiskwartier Deventer in volle gang.
De bouw van het Stadhuiskwartier Deventer in volle gang. Hans Peijs

Van 68.000 nieuwbouwwoningen dit jaar naar 63.000 volgend jaar

WONINGBOUW


De woningbouw wordt minder zwaar getroffen dan utiliteit en de kans op een snel herstel is ook groter.

Aan de krimp van het aantal bouwvergunningen voor nieuwbouwwoningen lijkt een einde te komen. In 2019 nam dit aantal met 18% af. De belangrijkste redenen hiervoor waren een tekort aan nieuwe bouwlocaties en de relatief complexere ontwikkelplannen die in de pijplijn kwamen. Deze kostten meer tijd dan de eenvoudigere plannen die daarvoor zijn uitgevoerd. Eind 2019 en in de eerste maanden van 2020 bleef het aantal afgegeven vergunningen stabiel. Gemeenten proberen er voor te zorgen dat de afgifte van vergunningen ook tijdens de coronacrisis op peil blijft. Ondanks het feit dat ambtenaren vanuit huis werken lijkt dat dus te lukken maar simpele dingen als bijvoorbeeld uitstel van een bewonersbijeenkomst voor een nieuw project kan al voor extra vertraging zorgen.

Voorraad nog hoog

De voorraad werk bij woningbouwers is ondanks de coronacrisis nog hoog. In juni hadden zij orders binnen voor gemiddeld nog ruim 12,3 maanden aan werk. Dit is slechts 0,1 maand minder dan in februari voordat de coronacrisis uitbrak. In vergelijking met de financiële crisis is dit een zeer beperkte krimp. Toen nam tussen augustus 2008 en december 2008 de orderboeken af met 1,6 maand (van 9,0 naar 7,4 maanden). Bovendien zijn de orderboeken nu dus ook beter gevuld.

Aanbodzijde beperkende factor

De afgelopen jaren was vooral de aanbodzijde van de woningbouw de beperkende factor. Schaarste aan bouwlocaties en (sinds een jaar) ook de stikstofmaatregelen beperkten de afgifte van vergunningen. De coronacrisis zorgt voor een oplopende werkloosheid en een verslechterde financiële positie bij veel consumenten. Dit vergroot de kans dat nu ook de vraagkant een beperkende factor voor productiegroei in de bouw wordt. Een afnemende vraag remt de nieuwbouwproductie omdat de bouw van projecten vaak pas start als minimaal 70% van de woningen verkocht is. Het consumentenvertrouwen ligt sinds april al veel lager en ook de koopbereidheid is flink gedaald al was er in juli wel enige verbetering.

Extra gevoelig

Nieuwbouw is vergeleken met bestaande bouw extra gevoelig voor de economische onzekerheid. Een koper koopt een nieuwbouwwoning en krijgt vaak pas na een jaar de sleutel als het afgebouwd is. Daardoor moet hij zijn huidige woning langer aanhouden en kan deze bij een koophuis pas later verkopen. Dit geeft extra risico’s over de verkoopprijs van de oude woning op dat moment en natuurlijk ook over het eigen inkomen (“Heb ik dan nog een baan?”). Als ook het aanbod van bestaande woningen komende tijd door de coronacrisis toeneemt, zullen huizenzoekers hierdoor ook vaker voor een bestaande woning kiezen in plaats van een nieuwbouwwoning.

Van 68.000 naar 63.000

Het aantal afgebouwde nieuwbouwwoningen groeide in 2019 nog flink. Met 71.548 gereedmeldingen lag het aantal zelfs op het hoogste niveau in 10 jaar tijd. Vanwege de beperkte vergunningverlening in 2019 maar de toch nog goed gevulde orderboeken verwacht ING Economisch Bureau dat het aantal gerealiseerde nieuwbouwwoningen in 2020 uitkomt op 68.000. In 2021 daalt dit aantal naar verwachting verder dalen tot 63.000.

Bron: ING Economisch Bureau

Noot van de redactie: bij het ter perse gaan van deze editie kwam het bericht naar buiten dat het Rijk 290 miljoen euro vrijmaakt om de woningbouw te stimuleren. Dit betekent dat de getallen in bovenstaand artikel niet meer actueel zijn, maar de trend dat er minder nieuwbouw wordt gepleegd, blijft onmiskenbaar.