Afbeelding
Hans Peijs

Van 8,7 procent groei vorig jaar
naar 4,5 procent krimp dit jaar

ECONOMIE

Van een groei in volume van 8,7 procent vorig jaar naar een daling in volume met 4 procent en ook in 2021 een verwachte daling met 0,5 procent. Dit zijn de koude getallen die van toepassing zijn op de installatiebranche, volgens de rekenmeesters van ABN AMRO.

Het zit in het wezen van economen om te voorspellen. Als het goed gaat of als het niet goed gaat, maakt geen verschil: er wordt geprognosticeerd. Daarbij valt op dat zelden twee rekenmeesters hetzelfde beeld schetsen. Maar nu zijn alle economen het er wel over eens: de bouw gaat net zoals vrijwel elke andere sector zware klappen krijgen door de coronacrisis. In 2019 bereikte de bouw in totaal een groei van 4,8 procent, maar dit jaar wordt het een daling van 4,5 procent en ook in 2021 vallen er met een daling van 2,1 procent nog zware klappen. Ook andere rekenmodellen gaan uit van deze tendens, hoewel de getallen nog weleens willen verschillen.

De installatiebranche maakte binnen de bouwsector vorig jaar met 8,7 procent de grootste groei door van alle segmenten. Maar als je hoog klimt, kun je diep vallen. Een krimp van 4 procent tegenover een groei van 8,7 procent is 12,4 procent daling. Kan het erger? Ja, het kan erger. Architecten vallen van een groei van 5,8 naar een daling met 8 procent. Een verschil tussen deze twee branches is wel het jaar 2021. Dan zullen de architecten weer een groei met 1 procent te zien geven, terwijl de installatiebranche ook dan zal krimpen, zij het met 0,5 procent.

Utiliteit

Gerangschikt naar soort nieuwbouw vallen vooral in de utiliteit klappen, voorspelt ABN AMRO. Dat gaat van een groei met 7,5 procent in 2019 naar een daling met 4,5 procent dit jaar, plus nog eens een daling met 4 procent volgend jaar. Installateurs die hun kaarten op utiliteit zetten, staat dus meer krimp te verwachten dan die in de woningbouw opereren.

Maatregelen

Vraag is of er iets valt te doen? Nee en ja. Nee, want de crisis is er en daar valt niet aan te ontkomen. Maar ja, volgens ABN AMRO heeft de overheid een paar touwtjes in handen om de schade voor de bouwsector te beperken. Als de overheid komt met maatregelen om de bouw te stimuleren, dan kan de landing zachter uitvallen.

Verhuurdersheffing

Een goed voorbeeld is de verhuurdersheffing die tijdens de vorige crisis werd geïntroduceerd. Hierdoor dragen de woningcorporaties inmiddels 1,7 miljard euro per jaar af aan de Staat. In 2019 werd bijna 16 procent van de nieuwe woningen waarvoor een vergunning is afgegeven gebouwd in opdracht van woningcorporaties. Voor het invoeren van de verhuurdersheffing lag dit nog rond 30 procent. Uit recent onderzoek is gebleken dat woningcorporaties zonder de verhuurdersheffing in de periode 2013-2023 twee keer zoveel woningen hadden en zouden kunnen bouwen. Dit komt neer op 93.500 extra woningen. "Het zou goed zijn als de overheid de verhuurdersheffing in dit licht zou evalueren. Dit is het moment om nieuwbouw door woningcorporaties te stimuleren in plaats van te belasten", aldus de bank.