Bouw blijft groeien en komt pas in 2021 in rustiger vaarwater

ECONOMIE

Dit jaar zal de woningbouw verder groeien, maar de groei vlakt wel af. De groeicijfers in utiliteit zijn klinkend, met een verwachte groei van 7 tot 8 procent. Naar verwachting zal ook in 2020 de groei aanhouden, waarna de bouwsector in 2012 in rustiger vaarwater komt. Tegen die tijd hebben we zes jaar groei achter de rug.

Dit concludeert het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) in de studie 'Verwachtingen bouwproductie en werkgelegenheid 2019'.
Allereerst is er een terugblik op het jaar 2018, dat wordt bijgeschreven met gouden cijfers. De bouwproductie steeg met 6,5 procent, hetgeen neerkomt op een reƫle productietoename met 4 miljard euro naar een niveau van 70 miljard euro. Hiermee is het productieverlies dat tijdens de crisis was inmiddels volledig ingelopen.
De groei was in 2018 evenwichtig verdeeld over de verschillende sectoren. De woningbouw steeg in het afgelopen jaar met 6 procent, de utiliteitsbouw met 7,5 procent en de infrasector met 5 procent.

Vergunningen

Het aantal nieuwbouwwoningen laat ook dit jaar weer een stevige groei zien, al zal deze wel afvlakken. De stabilisatie van het aantal vergunningen in 2018 speelt hierbij een rol. De condities op de woningmarkt blijven echter gunstig, de orderportefeuilles zijn zeer goed gevuld en het productievolume per woning stijgt, mede als gevolg van hogere duurzaamheidseisen. De investeringen in de utiliteitssector groeien krachtig in de komende twee jaar met groeicijfers van 7 tot 8 procent.

Zes jaar

Vanaf 2021 komt de bouw in rustiger vaarwater. Er is dan een periode van zes jaar van hoge groei gerealiseerd en de bouwproductie ligt in het begin van de periode op een niveau van 77 miljard euro, 10 procent boven het huidige niveau en het niveau dat nog vlak voor de crisis werd gerealiseerd.